Vriendschapsakkoord tussen Sint-Maarten, Sinterklaas en Kerstman
De winterfeesten rond Sint-Martinus (11 november), Sint-Nicolaas (6 december) en Kerstmis (25 december) hebben een zodanige uitstraling dat zij zowel door gelovigen als door niet-gelovigen worden gevierd. Eigenlijk is dat niet zo verwonderlijk, want de wintergebruiken hebben een Germaanse en Keltische, dus voorchristelijke, oorsprong.
Tradities in beweging
Culturele en religieuze tradities en gebruiken vormen geen statisch gegeven. Zij zijn voortdurend in beweging. Elke generatie beïnvloedt vorm en inhoud. Grote maatschappelijke veranderingen (migraties, religieuze ontwikkelingen enz.) doen tradities verdwijnen, introduceren er nieuwe of geven bestaande gebruiken een nieuwe inhoud. Wie een traditie wil verdedigen, kan dit dus niet op een krampachtige manier doen, maar moet oog hebben voor de maatschappelijke context. Toch berust het al dan niet voortbestaan van een traditie dikwijls op een bewuste keuze. Hetzelfde geldt voor de betekenis die aan gebruiken wordt gegeven.
Wantoestanden
Enkele vaststellingen zetten het Sint-Nicolaasgenootschap aan het denken. De vaststellingen werden door de vereniging zelf gedaan of werden haar gesignaleerd met de vraag "of er iets kon ondernomen worden". Een greep uit de klachtenbus:
In Nederland is er sprake van een echte rivaliteit tussen Sinterklaas en de Kerstman. Vooral in de grote steden wint deze laatste zienderogen terrein. Een Nederlandse gemeente meende reeds hieraan paal en perk te moetenstellen met een nieuw verkeersbord: een verbodsteken met een kerstboom met een rode streep erover, die moet duidelijk maken dat zij pas na 6 december mogen geplaatst worden. Het genootschap heeft dit initiatief herhaald in de Vlaamse stad Sint-Niklaas.
In Vlaanderen loopt het nog niet zo'n vaart, maar toch krijgt de Kerstman steeds meer en steeds vroeger aandacht. Het Sint-Nicolaasgenootschap is niet gekant tegen de Kerstman, maar te vroeg is te vroeg.
Ook Sinterklaas gaat niet vrijuit. Reeds midden oktober duikt hij her en der op. Vele ouders en leerkrachten vinden dit pedagogisch onverantwoord. Kinderen zeven weken lang in spanning houden voor het "heerlijk avondje" drijft hen tot wanhoop.
De Sint-Maartensgebruiken, vorig eeuw nagenoeg alomtegenwoordig in Vlaanderen, zijn grotendeels teruggedrongen tot het Aalsterse, de Westhoek en Noord-Limburg. In de nationale media krijgen zij nauwelijks aandacht. Elementen van het Sinterklaasfeest dringen de Sint-Maartensvieringen binnen: Sinterklaasliedjes bij de aankomst Sint-Maarten, een Sinterklaasprent op de affiche van een Sint-Maartensstoet… De Vrt-televisie bracht de aankomst van Sinterklaas in 1993 uitgerekend op de feestdag van Sint-Maarten op de buis (11 november).
De Winterfeesten dreigen ten onder te gaan aan een allesverslindende commercialisering. Kinderen worden ertoe aangezet zoveel mogelijk spullen, liefst zo duur mogelijk, te vragen. Er blijft geen ruimte meer voor de diepere betekenis van de feesten. Een genadeloze concurrentie sluit samenwerking en overleg uit. Meerdere Sinten worden gelijktijdig de straat opgestuurd. Dat het feest in de eerste plaats kindvriendelijk moet zijn, blijkt niet meer belangrijk te zijn. Sommige handelaars verliezen uit het oog dat Sint-Nicolaas ook hun patroonheilige is en dat zij bezig zijn hem de nek om te draaien.
Pact:
· Het Sint-Nicolaasgenootschap meende dat aan de wantoestanden paal en perk moest worden gesteld en bracht Sint-Maarten, Sinterklaas en de kerstman rond tafel. Wie anders dan de drie kindervrienden zelf zou de stervelingen tot betere gevoelens kunnen brengen?
In het Pact der Gevers erkennen de drie elkaars tradities en roepen zij eenieder op deze te eerbiedigen. Bijzondere nadruk wordt gelegd op:
- De periode van de feesten, die duidelijk van elkaar moeten worden gescheiden;
- Het kindvriendelijk karakter;
- De morele boodschap die in de tradities vervat zit.