De Drie huwbare dochters (Veerle Verbeke)
De Heilige Nicolaas die drie kinderen uit de handen van een bloeddorstige herbergier redt. Een sterk tot de verbeelding sprekend verhaal, dat overal in onze contreien verspreid is. Dat dit echter maar één van de vele legenden is die aan Sint-Nicolaas wordt toegeschreven, is echter minder geweten…
Vele Nicolaaslegenden bestaan in verschillende versies, elk met hun eigen klemtoon. De meeste zijn pas aan het licht gekomen vele jaren na Nicolaas' dood, omstreeks 342. De oudste geschreven bronnen zijn twee eeuwen jonger. De vraag of ze al dan niet een historische kern bevatten, is minder belangrijk. De legenden schilderen ons het portret van een heilige zoals hij leefde in de vrome volksoverlevering van steeds nieuwe generaties. In heel wat Nicolaasverhalen speelt het getal drie een belangrijke rol: de drie kinderen of studenten, de drie generaals, de drie huwbare meisjes, de drie gouden ballen.
Misschien hebt U boven een financiële instelling wel eens drie gouden bollen zien hangen en U afgevraagd waar dit symbool vandaan kwam. De Heilige Nicolaas werd vroeger ook als patroonheilige beschouwd van o.a. banken en pandjeshuizen. De drie gouden ballen verwijzen naar de drie zakken gevuld met gouden munten, waarmee de jonge Nicolaas de vrijheid verzekerde van drie meisjes in zijn geboorteplaats. Zij zijn het symbool van het terugontvangen (vrijkopen) van iets waardevols.
EDELMOEDIGE ONBEKENDE
De legende van de drie huwbare dochters duikt voor het eerst op in de "Vita per Michaelem", die gesitueerd moeten worden in de zevende of achtste eeuw.
Nicolaas wordt beschreven als de zoon van welstellende, zeer gelovige ouders. Hij werd geboren in Patara (in Zuid-West Turkije, dat toen Grieks was). In zijn geboorteplaats woonde een verarmde edelman. Ooit had hij zeer welstellend en welvarend geleefd, maar toen zijn drie dochters de leeftijd hadden om te trouwen, was de edelman niet meer in staat de gebruikelijke bruidschat bijeen te krijgen. Omdat ze arm waren, wilde geen enkele jongeling met een van de meisjes huwen. Zelfs jonge mannen van lagere afkomst waren niet geïnteresseerd. Ten einde raad en om toch in het levensonderhoud van hem en zijn dochters te kunnen voorzien, besloot de aan lager wal geraakte edelman, de meisjes in de prostitutie te storten.
Dit kwam de jonge Nicolaas ter ore en hij vatte het plan op de meisjes van dit nakend onheil te redden. Toen de oudste dochter de huwbare leeftijd bereikt had, knoopte Nicolaas driehonderd gouden Florijnen in een doek en gooide die 's nachts door het vensterraam binnen. Hij zorgde ervoor dat hij niet herkend werd. Toen de edelman de volgende ochtend het geld aantrof, was hij diep ontroerd en dankte God voor de onverhoopte redding. De dochter kon in het huwelijk treden en een eerbaar leven leiden.
Zodra de tweede dochter oud genoeg was, dreigde de edelman opnieuw in moeilijkheden te komen. Maar ook deze keer kwam de redding door het raam. De vader was zeer gelukkig en vroeg zich af wie de geheimzinnige weldoener wel kon zijn. Hij besloot elke nacht aandachtig te waken omdat hij vermoedde dat er ook voor de derde dochter een bruidschat zou volgen.
En inderdaad, Nicolaas daagde een derde keer op met een beurs vol goudstukken. Hij gooide de bruidschat door het raam, waarna de edelman onmiddellijk zijn huis uitliep en Nicolaas bijhaalde. Hij herkende hem en barstte in tranen uit van dankbaarheid. Hij zei:" Als niet onze gemeenschappelijke Heer Christus deze goedheid in U had opgewekt, zouden wij reeds lang ons leven door zedenloze en verderfelijke handel ten gronde hebben gericht. En nu echter heeft de Heer ons door U gered en ons uit het moeras van de ontucht bevrijd. Daardoor staan wij bij U in de schuld en willen wij U alle dagen van ons leven danken. Want gij hebt ons uw helpende hand gereikt en ons uit onze armzaligheid van de aarde doen opstaan."
Nicolaas' plan om onbekend te blijven was dus mislukt; Zijn zorgvuldig bewaard geheim was geen geheim meer. Hij bezwoer de edelman het voorval niet verder te vertellen zolang hij leefde.
De vader hield woord en maakte de reddende daad van Sint-Nicolaas pas na diens dood bekend. Het optreden van de heilige maakte diepe indruk en geraakte snel wijd verspreid.
PATROON DER TROUWLUSTIGE MEISJES
Op grond van deze legende ontpopte Sint-Nicolaas zich tot de patroon van de trouwlustige en jonge meisjes.
De heilige Nicolaas werd in de Nederlanden tot begin twintigste eeuw aangeroepen door meisjes die geen vrijer vonden. Er waren zelfs Sinterklaasliedjes in die zin. Bv. Volgende tekst, die in 1730 in Amsterdam opgetekend werd:
Sinterklaas waarde Vriendt
Geef mij toch wat mij dient
Mijn blommetje staat nu in zijn fleur
Achttien jaartjes ben ik deur,
Het valt mij te lang,
Het valt mij te bang,
Wilt mij verhooren,
Of ik moet smooren,
Al mijn leven lang.
Bedroefder en leefter geen
Als ik die slaapt alleen
Er zijn ook teksten waaruit blijkt dat de Sint 's nachts soms aan jonge meisjes verscheen. In sommige kerken bestond het gebruik om op 6 december een arm meisje uit te huwelijken en haar van een bruidschat te voorzien.
De legende van de drie meisjes hangt in ieder geval het beeld op van een reddende en edelmoedige jonge Nicolaas, twee eigenschappen die zijn verdere leven zullen kenmerken. Het geschenk aan de meisjes wordt dan ook dikwijls beschouwd als symbool van de levenshouding van Sint-Nicolaas als priester en bisschop. Het is één van de mogelijke verklaringen voor het ontstaan van de traditie van het geven van cadeautjes: Sint-Nicolaas als vrijgevige schenker.
© Sint-Nicolaasgenootschap Vlaanderen, overgenomen uit "De Tijdingen van het Sint-Nicolaasgenootschap", jaargang 1, nummer 1, (november 1989)